Goed drinken moet eigenlijk altijd, maar bij hitte is het nóg belangrijker om de vochtbalans in je lichaam op peil te houden. Bij temperaturen boven de 30 graden verlies je nu eenmaal veel meer vocht dan onder normale omstandigheden. Zorg er in ieder geval voor dat je 1 liter per uur drinkt. Drink bijvoorbeeld 2 bidons, waarvan 1 met isotone sportdrank. Zo vul je ook meteen verloren zouten en mineralen aan.
Blijf na afloop van de rit drinken tot je urine lichtgeel van kleur is. Dat is een indicatie dat de vochthuishouding in je lichaam op orde is. Alcohol onderweg is een absolute no-go; dat drijft juist vocht af en zorgt ervoor dat je lichaam verder uitdroogt.
Deze tip sluit aan op de vorige. Zijn je bidons leeg en heb je geen zin om overal flesjes te moeten kopen? Op drinkwaterkaart.nl vind je een overzicht van openbare watertappunten door heel Nederland. De site werkt met GPS, dus je kunt op het kaartje precies zien waar jij bent en waar het dichtstbijzijnde watertappunt zich bevindt. Ideaal!
100 kilometer racen over open wegen, zoals dijken en polders, is niet bevorderlijk als het kwik richting, of over de 30 graden schiet. Probeer daarom zoveel mogelijk schaduwrijke weggetjes in je route op te nemen, zodat je niet voortdurend wordt blootgesteld aan de fel brandende zon. Bosrijk gebied, zoals het Heumensoord of het Reichswald in de buurt van Nijmegen, is perfect voor hete dagen.
Bij heet weer zal je lichaam harder moeten werken. Het is dus onverstandig om jezelf op te blazen als de mussen dood van de daken vallen. Wil je toch wat harder fietsen, zorg er dan in ieder geval voor dat je niet te hard van stapel loopt. Gebruik de eerste 30 tot 60 minuten om langzaam te acclimatiseren.
Raakt de motor oververhit? Zoek dan een stukje schaduw op, stap af en neem wat te drinken. Neem de tijd om even af te koelen. Heb je hoofdpijn, voel je je misselijk of ben je duizelig? Laat de rit dan voor wat-ie is. Rijd in alle rust terug naar huis en zorg daar voor voldoende koeling.
Smeer je in en voorkom dat je huid verbrandt. Gebruik minimaal factor 30 en als het even kan factor 50. Bij een lange tocht is het raadzaam om een klein flesje zonnebrand mee te nemen, zodat je onderweg kunt bijsmeren. Om met Joop Zoetemelk te spreken: 'Smeren kun je leren'.
Deel dit!